Stryper Wyfke

Het Fonds

Op 8 april 1886 vermaakte Alexander Bastiaan Mentz, gepensioneerd ingenieur van de Waterstaat, oud burgemeester van Terschelling (1860- 1876), oud dijkgraaf van het Waterschap “de Terschellinger Polder” bij testament voor notaris Christiaan van Olst te Amsterdam zijn gehele nalatenschap aan de Gemeente Terschelling.

Eén en ander onder het bezwaar van vruchtgebruik aan zijn echtgenote. De Gemeente Terschelling moest daarvoor een fonds in het leven roepen wat de naam zou dragen van zijn vader Dirk Mentz, zulks ter herinnering aan de weldaden door deze aan het eiland bewezen.

Het bestuur van de Stichting moest bestaan uit drie oosters aan te wijzen door het bestuur van het Waterschap en twee westers aangewezen door het Gemeentebestuur. Toezicht werd uitgevoerd door Gedeputeerde Staten en die instantie moest ook voor de uitgaven toestemming verlenen.

Tegenwoordig ligt dat toezicht bij het Gemeentebestuur van Terschelling. Er mochten en mogen alleen opbrengsten uit het fonds worden aangewend als het fonds door rentegroei ƒ 500.000,- groot zou zijn en de rente minstens ƒ 20.000,- per jaar zou bedragen.

Nadat door de verbeteringen van de sociale omstandigheden, de uitkeringen verminderden konden culturele doelstellingen van het fonds worden uitgevoerd.

Op 31 december 1977 was het Mentzfonds zo ver gegroeid dat er voor het eerst aan culturele doelen uitgekeerd kon worden. Dit feit heeft het bestuur aangegrepen met de aanbieding van het beeldje “het Stryper Wyfke“. Daarna volgden nog vele steunbijdragen.